Explication cours 1ère semaine
De leerlingen starten deze week met hun project 'Comment tu t'appelles?'
Dit project zal rond de 6 weken duren met een duidelijk en gezamenlijk einddoel.
Benodigdheden en programma voor week 1
Computers/tablets voor alle leerlingen
Beamer
Boxen in het lokaal
Aantekeningenschrift voor de leerlingen
Oortjes voor luisteropdrachten
LES 1: De leerlingen nog niet laten inloggen!!!
Deze eerste les is voor alle leerlingen tevens ook de allereerste les Frans. Normaal gesproken start je met het voorstellen en bespreek je de regels in jouw les. Echter, aangezien het project juist draait om 'se présenter', is het noodzakelijk om dit niet meteen te doen.
Begin daarom je les met een zogenoemde 'Starter'. Je kunt hierna meteen inhaken op het fragment en vanuit daar verder gaan met het voorstellen. Geef als luisteropdracht het volgende mee:
1) Wat hoor je precies?
2) Waar heb je dat aan gehoord?
3) Welke woorden herken je al?
De leerlingen starten deze week met hun project 'Comment tu t'appelles?'
Dit project zal rond de 6 weken duren met een duidelijk en gezamenlijk einddoel.
Benodigdheden en programma voor week 1
Computers/tablets voor alle leerlingen
Beamer
Boxen in het lokaal
Aantekeningenschrift voor de leerlingen
Oortjes voor luisteropdrachten
LES 1: De leerlingen nog niet laten inloggen!!!
Deze eerste les is voor alle leerlingen tevens ook de allereerste les Frans. Normaal gesproken start je met het voorstellen en bespreek je de regels in jouw les. Echter, aangezien het project juist draait om 'se présenter', is het noodzakelijk om dit niet meteen te doen.
Begin daarom je les met een zogenoemde 'Starter'. Je kunt hierna meteen inhaken op het fragment en vanuit daar verder gaan met het voorstellen. Geef als luisteropdracht het volgende mee:
1) Wat hoor je precies?
2) Waar heb je dat aan gehoord?
3) Welke woorden herken je al?
Laat de leerlingen vervolgens inloggen op hun eigen computer/tablet. Ze gaan naar irisfrans.weebly.com en kunnen vervolgens naar hun eigen leerjaar en het project 'Comment tu t'appelles'. Laat ze op de pagina van het project klikken dus NIET op de eerste lesweek!
Loop het programma met ze door en leg uit wat er van ze verwacht wordt. Wees vooral duidelijk over de eindopdracht. Ze maken zélf een filmpje, maar zorgen ervoor dat iemand anders het filmt. Het is ook belangrijk dat leerlingen weten dat ze geen spiekbrief mogen gebruiken. (je kunt in een filmpje overigens meteen zien of iemand de tekst ophoudt voor diegene die gefilmd wordt!). Ze kunnen zelf ook thuis terug naar het eindproduct van het project, zodat er geen onduidelijkheden zijn.
1e opdracht: (2min)
De leerlingen gaan naar de 1e lesweek en gaan individueel zoveel mogelijk woorden of misschien al zinnen in het Frans opschrijven. Wat weten ze al? Bespreek vervolgens met je leerlingen hun bevindingen. (5 min)
2e opdracht:
L'alphabet: De leerlingen gaan opdrachten maken die betrekking hebben op het alfabet in het Frans. Uiteraard is het leuk om eerst zélf met ze het alfabet te doen in de klas, maar de leerlingen kunnen ook de volgende opdracht doen:
-ze luisteren en kijken naar het fragment en schrijven de letters op waarvan zij denken dat je ze anders uitspreekt dan in het Nederlands.
-bespreek vervolgens de antwoorden en laat het de leerlingen vervolgens klassikaal herhalen.
Loop het programma met ze door en leg uit wat er van ze verwacht wordt. Wees vooral duidelijk over de eindopdracht. Ze maken zélf een filmpje, maar zorgen ervoor dat iemand anders het filmt. Het is ook belangrijk dat leerlingen weten dat ze geen spiekbrief mogen gebruiken. (je kunt in een filmpje overigens meteen zien of iemand de tekst ophoudt voor diegene die gefilmd wordt!). Ze kunnen zelf ook thuis terug naar het eindproduct van het project, zodat er geen onduidelijkheden zijn.
1e opdracht: (2min)
De leerlingen gaan naar de 1e lesweek en gaan individueel zoveel mogelijk woorden of misschien al zinnen in het Frans opschrijven. Wat weten ze al? Bespreek vervolgens met je leerlingen hun bevindingen. (5 min)
2e opdracht:
L'alphabet: De leerlingen gaan opdrachten maken die betrekking hebben op het alfabet in het Frans. Uiteraard is het leuk om eerst zélf met ze het alfabet te doen in de klas, maar de leerlingen kunnen ook de volgende opdracht doen:
-ze luisteren en kijken naar het fragment en schrijven de letters op waarvan zij denken dat je ze anders uitspreekt dan in het Nederlands.
-bespreek vervolgens de antwoorden en laat het de leerlingen vervolgens klassikaal herhalen.
Indien nodig, 3e opdracht:
Wanneer er nog tijd over is, kun je de namen van leerlingen uit de klas gaan spellen en, ze het zelf ook laten spellen!
Les devoirs pour le 2ème cours:
Het huiswerk voor de tweede les dient duidelijk uitgelegd te worden:
1) Ze moeten zelf thuis 30 woorden en 5 zinnen zoeken die te maken hebben met 'jezelf voorstellen'. Het is belangrijk dat ze niet in paniek raken thuis, omdat ze niets kunnen vinden. Laat ze eerst in het Nederlands woorden opschrijven, zodat ze daarna in een woordenboek of op internet de vertaling kunnen vinden. Vertel nog niet dat de lidwoorden erbij horen, maar vraag in de 2e les of hen iets is opgevallen bij het maken van die opdrachten! Wie weet valt het een leerling wel op!
Les 2:
Voorbereiding:
- Zorg dat er bij elke computer 1 leerling zit die typt en 3 leerlingen die meekijken met hun woorden/zinnenlijst.
Exercice 1: (15 min)
Laat de leerlingen in een woordspin eerst samen 10 woorden intypen. Ze moeten dus kiezen uit hun eigen lijsten.
Bespreek de woorden op je eigen beamer.
Neem de overige formulieren in voor de zinnen. Je maakt voor de huiswerkoverhoring 1 algemene lijst met 40 woorden en 10 zinnen NL-FR die ze moeten leren.
Exercice 2: l'article (écouter, écrire)
Laat de leerlingen eerst het fragment bekijken van het lidwoord.
Kies één leerling uit die kort kan uitleggen wat het lidwoord nu precies inhoudt.
Geef op de beamer/bord een schema waarin duidelijk wordt hoe het lidwoord wordt onderverdeeld. Dit is vooral belangrijk voor de stomme h en de klinker.
De leerlingen gaan daarna zelf aan de slag met het maken van oefeningen.
Wanneer de leerlingen een methode hebben met eigen website oefeningen voor het lidwoord, kun je ze ook die opdrachten erbij laten maken! Het kan zijn dat ze in paniek raken omdat ze veel woorden in de zinnen niet zullen kennen. Het gaat er bij deze opdrachten echter vooral om dat ze het lidwoord en het zelfstandig naamwoord kunnen herkennen!
Wanneer er nog tijd over is, kun je de namen van leerlingen uit de klas gaan spellen en, ze het zelf ook laten spellen!
Les devoirs pour le 2ème cours:
Het huiswerk voor de tweede les dient duidelijk uitgelegd te worden:
1) Ze moeten zelf thuis 30 woorden en 5 zinnen zoeken die te maken hebben met 'jezelf voorstellen'. Het is belangrijk dat ze niet in paniek raken thuis, omdat ze niets kunnen vinden. Laat ze eerst in het Nederlands woorden opschrijven, zodat ze daarna in een woordenboek of op internet de vertaling kunnen vinden. Vertel nog niet dat de lidwoorden erbij horen, maar vraag in de 2e les of hen iets is opgevallen bij het maken van die opdrachten! Wie weet valt het een leerling wel op!
Les 2:
Voorbereiding:
- Zorg dat er bij elke computer 1 leerling zit die typt en 3 leerlingen die meekijken met hun woorden/zinnenlijst.
Exercice 1: (15 min)
Laat de leerlingen in een woordspin eerst samen 10 woorden intypen. Ze moeten dus kiezen uit hun eigen lijsten.
Bespreek de woorden op je eigen beamer.
Neem de overige formulieren in voor de zinnen. Je maakt voor de huiswerkoverhoring 1 algemene lijst met 40 woorden en 10 zinnen NL-FR die ze moeten leren.
Exercice 2: l'article (écouter, écrire)
Laat de leerlingen eerst het fragment bekijken van het lidwoord.
Kies één leerling uit die kort kan uitleggen wat het lidwoord nu precies inhoudt.
Geef op de beamer/bord een schema waarin duidelijk wordt hoe het lidwoord wordt onderverdeeld. Dit is vooral belangrijk voor de stomme h en de klinker.
De leerlingen gaan daarna zelf aan de slag met het maken van oefeningen.
Wanneer de leerlingen een methode hebben met eigen website oefeningen voor het lidwoord, kun je ze ook die opdrachten erbij laten maken! Het kan zijn dat ze in paniek raken omdat ze veel woorden in de zinnen niet zullen kennen. Het gaat er bij deze opdrachten echter vooral om dat ze het lidwoord en het zelfstandig naamwoord kunnen herkennen!
Omdat de leerlingen een grote hoeveelheid aan opdrachten kunnen maken, is het raadzaam om ze vooraf duidelijk te maken dat ze niet alles in de les kunnen maken. Wanneer de gezamenlijke opdrachten nog niet af zijn, moeten de leerlingen die sowieso als huiswerk maken. Daarnaast kunnen ze, als ze het nog erg lastig vinden, nog extra oefenen of, wanneer ze de stof te makkelijk vinden, zich laten uitdagen met wat moeilijkere opdrachten.
Ga ongeveer 10 minuten voor het einde van de les naar het huiswerk.
Ga ongeveer 10 minuten voor het einde van de les naar het huiswerk.