Explication cours 2ème semaine
Voorafgaande aan de les:
Van elk groepje krijg je een worddocument toegestuurd met hun eigen woorden en zinnenlijst NL-FR.
Maak van deze lijsten één gezamenlijke overhoringslijst van 50 woorden NL-FR en 20 zinnen NL-FR.
Print de lijst uit en neem mee naar de les. Daarnaast is het raadzaam om de lijst óók te mailen naar de klas én om het bij de betreffende les van de derde week met de HO in Magister te voegen.
Print de eerste opdracht uit, maar alleen het lichaam zonder de antwoorden!
Kopieer ze voor alle leerlingen.
Print de drie vellen uit voor de tweede opdracht in de les, maar geef NIET de eerste twee bladzijden (dit zijn immers de antwoorden!) en kopieer ze voor tweetallen.
LES 1:
Benodigdheden:
Ze hebben in principe GEEN computers nodig!
Aantekeningenschrift van de leerlingen
Woordenboeken F-N
Lijm
Schaar
Plakband
Kopieën van opdracht 1
Kopieën opdracht 2 van de woorden/plaatjes
Eventueel post-its voor de variatie bij het einde van de les (als er toch iets meer tijd over is)
De leerlingen zitten ofwel in groepjes, ofwel achter hun computer, maar die staat nog UIT!
Deel de uiteindelijke lijst met de vocabulaire en phrases uit.
Bespreek de woorden en de zinnen in het Frans met de leerlingen. (prononciation)
Deel vervolgens de eerste opdracht uit en laat de leerlingen individueel de juiste lichaamsdelen opschrijven.
Ze leveren deze bij jou in.
De leerlingen werken bij de tweede opdracht in tweetallen. Laat ze de woorden uitknippen en samen op de goede plek lijmen.
Ze leveren hun uiteindelijke lijst bij jou in met hun naam erop. Controleer of ze allemaal kloppen.
Variatie: laat leerlingen als groepjes vervolgens de verschillende blaadjes controleren en eventueel corrigeren voordat ze het bij jou inleveren.
Sluit vervolgens de les af met een leerling voor de klas die als 'corps humain' fungeert en laat leerlingen de juiste lichaamsdelen benoemen terwijl jij ze aanwijst. Variatie: Laat leerlingen op post-it's lichaamsdelen schrijven en ze daarna op die leerling plakken.
LET OP: het kan zijn dat leerlingen al vrij snel klaar zijn met de opdrachten. Je kunt hen dan doorlaten werken bij de tweede week in het lesprogramma van week 2. Hier wordt het bezittelijk voornaamwoord uitgelegd met opdrachten.
Voor de tweede les van week 2 is er geen huiswerk. Je kunt ze eventueel de woorden die ze in deze les geleerd hebben laten leren.
LES 2:
Benodigdheden:
Computers leerlingen/docent
Beamer
Boxen
Oortjes voor luisterfragmenten
Aantekeningenschrift
Laat leerlingen individueel de uitleg bekijken van het bezittelijk voornaamwoord
Laat de leerlingen vervolgens de uitleg van het bezittelijk voornaamwoord lezen
Leerlingen schrijven individueel in hun schrift de uitleg van het bezittelijk voornaamwoord in hun eigen woorden
Kies vervolgens één leerling die de regels uitlegt aan de hand van zijn eigen bevindingen (eventueel op het bord)
Laat uiteindelijk de leerlingen het schema in hun schrift schrijven. Veel leerlingen vinden dit onzin, omdat het op de site staat, maar het is toch al een activerende vorm voor het leren van de stof.
Ze kunnen vervolgens aan de slag met alle opdrachten die op de site staan. Als er leerlingen zijn die snel klaar zijn, kun je ze de 'trop facile' opdrachten laten maken én uiteraard ook de 'trop difficile'
Leerlingen zullen het waarschijnlijk niet allemaal afkrijgen. Laat ze het als huiswerk afmaken! Het gaat dan voornamelijk om de standaard opdrachten en de 'trop difficile' opdrachten. Ga met ze, op de beamer en met hun computer, naar het huiswerk van de derde week.
Van elk groepje krijg je een worddocument toegestuurd met hun eigen woorden en zinnenlijst NL-FR.
Maak van deze lijsten één gezamenlijke overhoringslijst van 50 woorden NL-FR en 20 zinnen NL-FR.
Print de lijst uit en neem mee naar de les. Daarnaast is het raadzaam om de lijst óók te mailen naar de klas én om het bij de betreffende les van de derde week met de HO in Magister te voegen.
Print de eerste opdracht uit, maar alleen het lichaam zonder de antwoorden!
Kopieer ze voor alle leerlingen.
Print de drie vellen uit voor de tweede opdracht in de les, maar geef NIET de eerste twee bladzijden (dit zijn immers de antwoorden!) en kopieer ze voor tweetallen.
LES 1:
Benodigdheden:
Ze hebben in principe GEEN computers nodig!
Aantekeningenschrift van de leerlingen
Woordenboeken F-N
Lijm
Schaar
Plakband
Kopieën van opdracht 1
Kopieën opdracht 2 van de woorden/plaatjes
Eventueel post-its voor de variatie bij het einde van de les (als er toch iets meer tijd over is)
De leerlingen zitten ofwel in groepjes, ofwel achter hun computer, maar die staat nog UIT!
Deel de uiteindelijke lijst met de vocabulaire en phrases uit.
Bespreek de woorden en de zinnen in het Frans met de leerlingen. (prononciation)
Deel vervolgens de eerste opdracht uit en laat de leerlingen individueel de juiste lichaamsdelen opschrijven.
Ze leveren deze bij jou in.
De leerlingen werken bij de tweede opdracht in tweetallen. Laat ze de woorden uitknippen en samen op de goede plek lijmen.
Ze leveren hun uiteindelijke lijst bij jou in met hun naam erop. Controleer of ze allemaal kloppen.
Variatie: laat leerlingen als groepjes vervolgens de verschillende blaadjes controleren en eventueel corrigeren voordat ze het bij jou inleveren.
Sluit vervolgens de les af met een leerling voor de klas die als 'corps humain' fungeert en laat leerlingen de juiste lichaamsdelen benoemen terwijl jij ze aanwijst. Variatie: Laat leerlingen op post-it's lichaamsdelen schrijven en ze daarna op die leerling plakken.
LET OP: het kan zijn dat leerlingen al vrij snel klaar zijn met de opdrachten. Je kunt hen dan doorlaten werken bij de tweede week in het lesprogramma van week 2. Hier wordt het bezittelijk voornaamwoord uitgelegd met opdrachten.
Voor de tweede les van week 2 is er geen huiswerk. Je kunt ze eventueel de woorden die ze in deze les geleerd hebben laten leren.
LES 2:
Benodigdheden:
Computers leerlingen/docent
Beamer
Boxen
Oortjes voor luisterfragmenten
Aantekeningenschrift
Laat leerlingen individueel de uitleg bekijken van het bezittelijk voornaamwoord
Laat de leerlingen vervolgens de uitleg van het bezittelijk voornaamwoord lezen
Leerlingen schrijven individueel in hun schrift de uitleg van het bezittelijk voornaamwoord in hun eigen woorden
Kies vervolgens één leerling die de regels uitlegt aan de hand van zijn eigen bevindingen (eventueel op het bord)
Laat uiteindelijk de leerlingen het schema in hun schrift schrijven. Veel leerlingen vinden dit onzin, omdat het op de site staat, maar het is toch al een activerende vorm voor het leren van de stof.
Ze kunnen vervolgens aan de slag met alle opdrachten die op de site staan. Als er leerlingen zijn die snel klaar zijn, kun je ze de 'trop facile' opdrachten laten maken én uiteraard ook de 'trop difficile'
Leerlingen zullen het waarschijnlijk niet allemaal afkrijgen. Laat ze het als huiswerk afmaken! Het gaat dan voornamelijk om de standaard opdrachten en de 'trop difficile' opdrachten. Ga met ze, op de beamer en met hun computer, naar het huiswerk van de derde week.